24. Vader, U heeft hen aan Mij gegeven. Ik wil dat zij zijn waar Ik ben. Want dan zullen zij de hemelse macht en majesteit zien die U aan Mij heeft gegeven. U hield al van Mij voordat de wereld bestond.
25. Rechtvaardige Vader, de mensen die Mij niet geloven, kennen U niet. Maar Ik ken U. En deze mannen hebben begrepen dat U Mij heeft gestuurd.
26. Ik heb hun laten zien wie U bent. En Ik zal U nog verder bekend maken. Zo zal dezelfde grote liefde die U voor Mij heeft, ook in hen zijn. En Ik zal één met hen zijn."