14. Het is één van de geweldigste dieren die Ik heb gemaakt.Alleen Ikzelf kan hem bedwingen.
15. Hij leeft van wat er groeit in de bergen,waar de wilde dieren spelen.
16. Hij verschuilt zich in de schaduw van de bomen,tussen het riet van het moeras.
17. De boomtakken geven hem schaduw.Hij ligt midden tussen de wilgen.
18. Al stroomt de rivier nog zo snel, hij is er niet bang voor.Hij zou de hele rivier wel kunnen opdrinken.
19. Wie durft hem bij de kop te grijpen?Wie durft een ring door zijn snuit te halen om hem te vangen?