24. Hij heeft altijd genoeg te eten gehad.Hij was nog vol levenskracht.
25. De ander sterft in armoede,zonder dat hij ooit van het leven heeft genoten.
26. Allebei liggen ze in het grafen worden door de wormen opgegeten.
27. Ik weet wel wat jullie denken.Ik weet wel welke lelijke dingen jullie tegen mij zullen zeggen.