8. Het zal slecht aflopen met de hebzuchtige mensen. Ze kopen het ene huis na het andere. Ze nemen de ene akker na de andere in bezit. Uiteindelijk hebben ze alles voor zichzelf. Voor een ander is er geen plaats meer.
9. De Heer van de hemelse legers zei tegen mij: "Luister goed, veel van die mooie grote huizen zullen worden verwoest. Er zullen geen mensen meer in wonen.
10. En een grote wijngaard zal maar één vat wijn opleveren. En tien zakken gezaaid graan zullen maar één zak graan als oogst opleveren."
11. Het zal slecht aflopen met de mensen die 's morgens al vroeg beginnen met drinken en daar tot laat in de nacht mee doorgaan tot ze helemaal dronken zijn.
12. Ze doen niets anders dan feestvieren met muziek en veel wijn. Maar ze trekken zich niets aan van de Heer. Ze letten niet op wat Hij doet.
13. Daarom zal mijn volk gevangen meegenomen worden naar een ander land. Dat is omdat mijn volk zijn God niet kent. De rijke mensen zullen honger lijden. Het volk zal sterven van de dorst.
14. Het dodenrijk zal zijn mond wagenwijd opendoen. Alles en iedereen wordt opgeslokt: alle rijkdommen, de mensenmassa, de feestvierders.
15. Alle mensen, van hoog tot laag, zullen vernederd worden. Ze zullen hun trotse ogen moeten neerslaan.
16. Maar de Heer van de hemelse legers zal worden geëerd. Hij zal laten zien hoe machtig en heilig en rechtvaardig Hij is.