Jesaja 49:9-19 BasisBijbel (BB)

9. Jij zal tegen gevangenen zeggen: 'Kom naar buiten!' Tegen mensen die in het donker zitten, zul je zeggen: 'Kom tevoorschijn!' " Overal waar ze komen, zullen ze te eten hebben. Op de heuvels zullen ze te eten hebben.

10. Ze zullen geen honger of dorst hebben. Ze zullen geen last hebben van de hitte van de zon. Want hun Redder zal hen leiden. Hij zal hen naar waterbronnen brengen.

11. En Ik zal al mijn bergen in een vlakte veranderen. Mijn wegen zullen vlak zijn.

12. Let op, de mensen zullen uit verre landen komen. Sommigen uit het noorden en westen, anderen uit Sinim [ in het zuiden van Egypte ].

13. Juich, hemel! Roep het uit, aarde! Jubel, bergen! Want de Heer heeft zijn volk getroost. Hij zal de mensen uit hun ellende redden."

14. [ De Heer zegt: ] "Maar Jeruzalem zegt: 'De Heer heeft mij in de steek gelaten. Hij is mij vergeten.'

15. Maar kan een vrouw haar baby vergeten? Zou ze niet meer voor haar eigen kind zorgen? Maar zelfs als zíj haar kind zou kunnen vergeten, Ík zal jou nooit vergeten, Jeruzalem!

16. Kijk, Ik heb je naam in mijn handen geschreven. Ik let aldoor op je veiligheid.

17. Je bewoners zullen weer naar je terugkomen. Je vijanden en verwoesters zullen uit je wegvluchten.

18. Kijk maar rond: je bewoners verzamelen zich en komen allemaal naar je terug. Ik zweer bij Mijzelf, zegt de Heer: Je zal weer zo mooi worden als een bruid met al haar sieraden om. Je bewoners zullen je sieraden zijn.

19. Nu zijn er nog puinhopen. De steden zijn verwoest en de velden zijn vernield. Maar je veroveraars zullen wegvluchten. Je land zal amper groot genoeg zijn voor al je bewoners.

Jesaja 49