8. Ook is het land vol godenbeelden. De mensen aanbidden hun zelfgemaakte goden.
9. Iedereen, van hoog tot laag, buigt zich daarvoor. Dat zult U hun niet vergeven.
10. Verstop je in de rotskloven! Verberg je in holen onder de grond, uit angst voor de Heer en voor zijn schitterende macht en majesteit!
11. De mensen zullen hun trotse ogen moeten neerslaan. De trotse mensen zullen moeten buigen. Want ze zullen zien dat alleen God de hoogste Heer is.