Jesaja 19:10-15 BasisBijbel (BB)

10. De arbeiders die zich verhuren, zullen geen werk meer hebben. Ze zullen radeloos zijn.

11. De koningen van Egypte zijn dwazen. De meest wijze raadgevers van de Farao in Zoan geven onverstandige raad. Hoe kunnen ze tegen de Farao zeggen: 'Ik ben een wijs man. Ik stam af van de koningen van lang geleden.'

12. Koning van Egypte, waar zijn die wijze raadgevers van u nu? Ze kunnen u niet eens vertellen wat de Heer van de hemelse legers over Egypte heeft besloten!

13. De koningen van Egypte zijn dwazen! De vorsten van Nof laten zich bedriegen. Ze moeten Egypte wel leiden, maar ze zullen het volk helemaal verkeerd leiden.

14. De Heer heeft ervoor gezorgd dat ze niet meer helder kunnen denken. Daardoor lijkt Egypte op een dronken man die waggelt en door zijn eigen braaksel rolt.

15. Niemand in Egypte zal nog werk hebben. Voor niemand, arm of rijk, hoog of laag, zal er nog werk zijn.

Jesaja 19