Jeremia 52:21-29 BasisBijbel (BB)

21. De pilaren waren 18 el [ (8,10 meter) ] hoog, met een omtrek van 12 el [ (5,40 meter) ]. Ze waren hol. De wand was vier vingers dik.

22. Bovenop de pilaren zat een koperen sierstuk van 5 el [ (2,25 meter) ] hoog. Daar omheen zat een koperen netwerk, versierd met granaatappels.

23. Er zaten 100 granaatappels aan elk netwerk, maar er waren er maar 96 te zien.

24. Ook nam Nebuzaradan nog een aantal mensen gevangen: de hoofdpriester Seraja, de tweede priester Zefanja, de drie deurwachters,

25. één hofdienaar die het bevel had gehad over het leger, zeven raadgevers van de koning die nog in de stad gevonden werden, de schrijver van de legeraanvoerder die uit het hele land de mensen opriep voor dienst in het leger, en 60 gewone mannen uit de stad.

26. Deze nam hij mee naar de koning van Babel in Ribla.

27. En de koning van Babel liet hen daar doden. Zo werd het volk van Juda gevangen uit zijn land meegenomen.

28. In totaal nam Nebukadnezar een groot aantal mensen uit Juda mee. Toen hij zeven jaar koning was nam hij 3.023 Judeeërs gevangen mee.

29. Toen hij 18 jaar koning was nog 832 Jeruzalemmers.

Jeremia 52