Jeremia 51:52-58 BasisBijbel (BB)

52. Omdat ze dat gedaan hebben, zal Ik op een dag de goden van Babel straffen. Het zijn maar beelden. Heel Babel zal zwaar gewond worden en kreunen van pijn.

53. Zelfs als Babel zijn burcht hoog in de hemel zou bouwen, dan nóg zal Ik het laten verwoesten, zegt de Heer.

54. Hoor! Er is geschreeuw in Babel, een grote ramp in het land van de Babyloniërs.

55. Want Ik verwoest Babel en leg haar grote mond het zwijgen op. De legers overspoelen het land als woeste, machtige golven. Dreunend klinkt hun geluid.

56. Want de verwoester is naar Babel gekomen. Babels helden worden gevangen genomen. Hun wapens worden gebroken. Want Ik ben een God die straft: Ik geef de mensen hun verdiende loon.

57. Ik voer Babels leiders, wijzen, bestuurders van provincies en van steden dronken. Ze zullen ervan in slaap vallen en nooit meer wakker worden, zegt de Koning, de Heer van de hemelse legers.

58. Dit zegt de Heer van de hemelse legers: Babels dikke muur zal tot de grond worden afgebroken. De hoge poorten zullen worden verbrand. Alles wat Babel en de andere volken doen, zal voor niets geweest zijn. Want alles gaat in vlammen op."

Jeremia 51