Jeremia 3:9-13 BasisBijbel (BB)

9. Daarmee bedierf ze het land. Want ze was ontrouw aan Mij: ze aanbad goden van steen en hout.

10. Juda deed wel alsof ze bij Mij terugkwam, maar dat waren alleen maar woorden. Haar hart kwam niet bij Mij terug, zegt de Heer."

11. Daarom zei de Heer tegen mij: "Wegloopster Israël was minder schuldig dan Ontrouw Juda.

12. Jeremia, ga nu naar buiten en roep naar het noorden: 'Kom terug bij Mij, weggelopen Israël! De Heer zegt: Ik zal niet meer boos op je zijn. Ik houd van je. Ik zal niet voor altijd boos op je blijven.

13. Geef alleen toe dat je fout was. Geef toe dat je Mij, jouw Heer God, verlaten hebt, en dat je onder elke grote boom andere goden aanbeden hebt. Geef toe dat je niet naar Mij hebt geluisterd, zegt de Heer.' "

Jeremia 3