1. Toen Jojakim, de zoon van Josia, een paar jaar koning van Juda was, zei de Heer tegen mij:
2. "Ga op het plein van mijn tempel staan. Spreek daar tegen de mensen die uit alle steden van Juda naar mijn tempel zijn gekomen om te aanbidden. Zeg precies tegen hen wat Ik nu tegen jou zeg. Je mag er geen woord van weglaten.