34. Iedereen die zegt: 'De Heer valt ons lastig,' zal door Mij worden gestraft, samen met alle mensen in zijn huis.
35. Ik wil dat jullie voortaan tegen elkaar zeggen: 'Wat heeft de Heer geantwoord?' of: 'Wat heeft de Heer tegen je gezegd?'
36. Maar jullie mogen niet meer zeggen: 'Waarmee valt de Heer ons lastig?' Want jullie zullen last krijgen van jullie eigen woorden. Want jullie hebben de woorden van de levende God verdraaid, de woorden van de God van de hemelse legers, onze God.
37. Jullie moeten tegen de profeet zeggen: 'Wat heeft de Heer geantwoord?' of 'Wat heeft de Heer tegen je gezegd?'
38. Ik wil jullie niet meer horen zeggen: 'Waarmee valt de Heer ons lastig?' Maar omdat jullie dat tóch zeggen,
39. zal Ik jullie als een last oppakken en wegsmijten, samen met de stad die Ik aan jullie en jullie voorouders gegeven heb. En Ik zal niet meer aan jullie denken.
40. Voor altijd zullen jullie voor schut staan. Niemand zal vergeten wat er met jullie is gebeurd."