4. Als u doet wat Ik zeg, zullen de koningen uit de familie van David koning blijven. Ze zullen door de poorten van dit paleis naar binnen blijven gaan op hun wagens en paarden, met hun dienaren en hun volk.
5. Maar als u niet naar Mij luistert, zal Ik dit paleis verwoesten. Dat heb Ik bij Mijzelf gezworen, zegt de Heer.
6. Want dit zegt de Heer over de familie van de koning van Juda: U bent voor Mij zo kostbaar als het prachtige land Gilead, als de top van de Libanon. Maar toch zal Ik u veranderen in een woestijn, een onbewoond land.
7. Ik heb vernietigers bevolen om met hun wapens te komen. En ze zullen uw prachtige paleizen van cederhout omhakken en in brand steken.
8. Er zullen veel volken langs deze stad komen. En ze zullen tegen elkaar zeggen: 'Waarom heeft de Heer dit met deze grote stad gedaan?'