Jeremia 2:13-20 BasisBijbel (BB)

13. Mijn volk heeft twee vreselijke dingen gedaan. Ze hebben Mij, de Bron met levend [ vers ] water, verlaten. En in plaats daarvan hebben ze regenbakken gebouwd. Gebarsten bakken waar het water uit wegloopt.

14. Is Israël soms een slaaf? Is Israël als slaaf geboren? [ Nee! ] Waarom is hij dan gevangen genomen?

15. De vijanden brullen als leeuwen boven Israël, hun prooi. Ze hebben het land verwoest en de steden verbrand, zodat er niemand meer woont.

16. Zelfs de Egyptenaren uit Nof en Tachpanes kwamen je heuvels kaalscheren!

17. Dat komt doordat jullie je Heer God hebben verlaten. En dat terwijl Hij jullie leidde!

18. Waarom gaan jullie naar Egypte om daar water uit de Nijl te drinken? En waarom gaan jullie naar Assur om water uit de Eufraat te drinken?

19. Dat is verkeerd en het zal jullie veel kwaad doen. Geef toch toe dat het verkeerd van jullie was om je Heer God te verlaten. Dat het verkeerd was om geen ontzag meer voor Hem te hebben. Dit zeg Ik, de Heer van de hemelse legers.

20. Ik heb je vroeger bevrijd uit de slavernij [ in Egypte ]. Maar je wilde Mij niet dienen. Op elke hoge heuvel en onder elke grote boom aanbid je allerlei andere goden.

Jeremia 2