Hosea 4:4-12 BasisBijbel (BB)

4. Maar laat niemand een ander beschuldigen! Wijs maar niet naar een ander! Want jullie zijn als iemand die een priester beschuldigt [ en verdienen de doodstraf ].

5. Jullie doen elke dag en elke nacht slechte dingen. Ook jullie [ leugen- ]profeten doen dat. En jullie moeder [ Israël ] zal sterven!

6. Het loopt verkeerd af met mijn volk, doordat het Mij niet kent. Jullie hebben Mij niet willen kennen. Daarom wil Ik jullie ook niet langer kennen! Jullie zullen niet langer mijn priesters zijn. Jullie zijn de wetten en leefregels van jullie God vergeten. Daarom zal Ik ook jullie volk vergeten.

7. Hoe rijker ze werden, hoe meer slechte dingen ze deden. Ik zal hun eer [ dat ze mijn volk waren ] vervangen door schande [ doordat ze niet langer mijn volk zullen zijn ].

8. Ze genieten van hun slechtheid. Ze verlangen ernaar.

9. Daarom zal Ik de priesters en het volk hetzelfde behandelen. Volk én priesters zullen de gevolgen dragen van wat ze hebben gedaan. Ik zal hen ervoor straffen.

10. en

11. Ze zullen eten, maar nooit genoeg hebben. Ze zullen met allerlei vrouwen naar bed gaan, maar geen groter volk worden. Want ze verlieten de Heer toen ze zich overgaven aan afgoden, seks en drank. Want die beroven de mensen van hun verstand.

12. Mijn volk vraagt aan houten beelden om raad! Aan een houten paal vragen ze advies! Want een geest van ontrouw brengt hen op het verkeerde pad, zodat ze bij hun God weglopen.

Hosea 4