14. Doe je best om met iedereen in vrede te leven en om een zuiver leven te leiden. Anders zul je nooit dicht bij de Heer kunnen zijn.
15. Let er ook op dat niemand van jullie Gods liefdevolle goedheid misloopt [ doordat hij iemand iets niet vergeven wil ]. Want bitterheid is als een zaad waaruit een giftige plant opgroeit. Iedereen raakt erdoor vergiftigd en dat heeft grote gevolgen. Want door ruzie ontstaat er verdeeldheid in de gemeente.
16. Zorg ervoor dat jullie niet ontrouw zijn aan God. Of onverschillig [ over alles wat Hij je heeft gegeven ] zoals Ezau. Want Ezau gaf de rechten weg die hij als oudste zoon had, in ruil voor één enkele maaltijd.
17. Maar toen hij later toch van zijn vader de zegen wilde krijgen, kon dat niet meer, ook al huilde en smeekte hij er zelfs om.