1. Het geloof is de zekerheid dat de dingen die we verwachten, ook werkelijkheid zullen worden. Het is het bewijs van de dingen die we [ nog ] niet zien.
2. Veel van onze voorouders zijn door hun geloof een voorbeeld voor ons geworden.
3. Doordat we God geloven, begrijpen we dat de wereld door het woord van God is ontstaan. Wat we nu zien, is niet ontstaan uit iets zichtbaars, maar uit iets onzichtbaars[ , namelijk het woord van God ].