8. Waarom vindt u het vreemd als God mensen uit de dood terugroept en weer levend maakt?
9. Ikzelf had besloten dat ik hard moest optreden tegen het geloof in Jezus van Nazaret.
10. Dat heb ik dan ook gedaan in Jeruzalem: ik heb veel van de gelovigen in gevangenissen opgesloten. Daarvoor had ik de toestemming van de leiders van de priesters gekregen. En als ze gedood werden, was ik het daar helemaal mee eens.
11. In alle synagogen heb ik mensen laten martelen. Zo probeerde ik hen te dwingen om te zeggen dat ze niet meer bij die Jezus wilden horen. Ik vervolgde hen fanatiek, zelfs tot in de buitenlandse steden.
12. Zo reisde ik ook naar Damaskus. Ik had de toestemming en de opdracht van de leiders van de priesters om ook daar de gelovigen gevangen te nemen.