Handelingen 23:19-25 BasisBijbel (BB)

19. De commandant pakte de jongen bij de hand. Hij nam hem een beetje apart en vroeg hem: "Wat heb je me te vertellen?"

20. De jongen zei: "De Joden hebben afgesproken u te vragen om Paulus morgen voor de Vergadering te brengen. Zogenaamd omdat ze meer van hem willen weten.

21. Maar u moet hen niet geloven! Want er liggen meer dan 40 mannen op de loer om hem [ onderweg ] te vermoorden. Ze hebben gezworen dat ze niet zullen eten of drinken, voordat ze hem hebben vermoord. En nu liggen ze op de loer. Ze wachten er alleen maar op dat u hem voor de Vergadering laat brengen."

22. De commandant liet de jongen gaan en zei: "Zeg tegen niemand dat je me dit hebt verteld."

23. Toen riep de commandant twee hoofdmannen bij zich en zei: "Zorg dat 200 soldaten zich klaarmaken om naar Cesarea te vertrekken. Verder 70 ruiters en 200 boogschutters. Om negen uur vanavond moeten ze klaarstaan.

24. Laat een paard brengen voor Paulus en breng hem veilig naar Felix, de bestuurder van Cesarea."

25. Hij schreef de volgende brief aan Felix:

Handelingen 23