Genesis 50:14-18 BasisBijbel (BB)

14. Zo begroef Jozef zijn vader. Daarna ging hij naar Egypte terug, met zijn broers en alle andere mensen die waren meegegaan voor de begrafenis.

15. Toen hun vader was gestorven, werden Jozefs broers bang. Ze zeiden tegen elkaar: "Als Jozef nu maar geen wraak op ons zal nemen voor wat we hem hebben aangedaan!"

16. Daarom stuurden ze Jozef deze boodschap: "Je vader heeft voordat hij stierf tegen ons gezegd:

17. 'Zeg straks tegen Jozef: Vergeef alsjeblieft wat we je hebben aangedaan. Vergeef ons onze misdaad. Wij zijn toch ook dienaren van de God van je vader?' " Jozef huilde toen hij dat bericht kreeg.

18. Daarna kwamen zijn broers zelf. Ze knielden voor hem neer, bogen zich diep en zeiden: "We zullen je slaven zijn."

Genesis 50