Genesis 46:11-15 BasisBijbel (BB)

11. Levi, met zijn zonen Gerson, Kehat en Merari.

12. Juda, met zijn zonen Er, Onan, Sela, Perez en Zera. Maar Er en Onan waren in Kanaän al gestorven. Perez had twee zonen: Hezron en Hamul.

13. Issaschar, met zijn zonen Tola, Pua, Job en Simron.

14. Zebulon, met zijn zonen Sered, Elon en Jahleël.

15. Dit waren de zonen die Lea in Paddan-Aram hadden gekregen. Verder haar dochter Dina. In totaal had Lea 33 kinderen en kleinkinderen.

Genesis 46