9. De wijnschenker vertelde aan Jozef wat hij had gedroomd. Hij zei: "In mijn droom zag ik een wijnstruik voor me staan.
10. Daaraan zaten drie takken. Er kwamen blaadjes aan. Onmiddellijk kwamen er ook bloesems aan en daarna trossen met rijpe druiven.
11. Ik had de wijnbeker van de Farao in mijn hand. Ik plukte de druiven, perste ze uit in de beker van de Farao en gaf de beker aan de Farao."