Genesis 30:10-15 BasisBijbel (BB)

10. En Zilpa, de slavin van Lea, kreeg een zoon.

11. Toen zei Lea: "Nu zal ik gelukkig zijn." Daarom noemde ze hem Gad [ (= 'geluk') ].

12. Zilpa, de slavin van Lea, kreeg een tweede zoon.

13. Toen zei Lea: "Wat ben ik gelukkig! De vrouwen zullen jaloers zijn op mijn geluk." Daarom noemde ze hem Aser [ (= 'gelukkig') ].

14. Op een keer, in de tijd van de graanoogst, vond Ruben buiten op het veld liefdesappelen. Hij bracht ze naar zijn moeder Lea. Rachel zei tegen Lea: "Mag ik een paar van de liefdesappelen die je van je zoon hebt gekregen?"

15. Maar Lea zei: "Jij hebt mij mijn man al afgepakt. En alsof dat nog niet erg genoeg is, wil je ook nog eens de liefdesappelen van mijn zoon hebben?" Rachel zei: "Als ik de liefdesappelen van je zoon mag hebben, mag jij vannacht met Jakob slapen."

Genesis 30