Genesis 28:6-11 BasisBijbel (BB)

6. Ezau zag dat Izaäk Jakob met een zegen had weggestuurd naar Paddan-Aram om daar een vrouw uit te zoeken. Hij hoorde ook dat Izaäk tegen Jakob had gezegd: 'Trouw niet met een meisje uit Kanaän.'

7. Hij zag dat Jakob had gedaan wat zijn vader en moeder hadden gezegd en naar Paddan-Aram was vertrokken.

8. Hij begreep dat zijn vader Izaäk het er helemaal niet mee eens was dat hij met meisjes uit Kanaän was getrouwd.

9. Daarom ging hij naar [ zijn oom ] Ismaël, de zoon van Abraham, en trouwde met Ismaëls dochter Mahalat, de zus van Nebajot. Zo had hij nu drie vrouwen.

10. Jakob vertrok uit Berseba en ging naar Haran.

11. Op een avond, toen de zon onderging, maakte hij een slaapplaats klaar. Hij legde een steen onder zijn hoofd als kussen en ging slapen.

Genesis 28