1. Zo vertrok Abram uit Egypte naar het Zuiderland , met zijn vrouw en alles wat hij had. Lot ging met hem mee.
2. Abram was heel rijk: hij had veel vee, zilver en goud.
3. Hij trok vanuit het Zuiderland terug naar Bet-El. Hij ging weer naar de plek waar hij de eerste keer zijn tenten had neergezet, tussen Bet-El en Ai.