Filippenzen 1:14-20 BasisBijbel (BB)

14. En doordat ik gevangen zit, hebben de meeste broeders en zusters nieuw vertrouwen in de Heer gekregen. [ Ze zijn niet meer bang om in de gevangenis te komen. ] Ze durven zonder vrees het woord van God aan de mensen te vertellen.

15. Sommige mensen vertellen de boodschap van God alleen maar omdat ze er jaloers op zijn hoe God mij gebruikt. [ Ze willen het beter doen dan ik. ] Maar andere mensen doen het met goede bedoelingen.

16. en

17. Zij vertellen uit liefde over Christus, omdat ze weten dat het eigenlijk míjn taak is om het goede nieuws te brengen. Maar die andere mensen vertellen uit eigenbelang over Christus. Ze hebben oneerlijke bedoelingen. Ze willen mij jaloers maken. Ze willen het mij extra moeilijk maken dat ik in de gevangenis zit.

18. Maar wat maakt het uit? Want of het nu met eerlijke of oneerlijke bedoelingen is, het gaat erom dat de mensen het nieuws van Christus te horen krijgen. En daarom ben ik er blij over. En ik zal er ook blij over blijven.

19. Want ik weet dat die blijdschap mij goed zal doen. Ook jullie gebeden en de hulp van de Geest van Jezus Christus helpen mij.

20. Ik verlang en hoop vurig dat ik niets zal doen waarvoor ik mij zal hoeven te schamen. Ik hoop dat ik zoals altijd vol geloof en zonder vrees voor mijn geloof zal durven uitkomen. Ik wil dat Christus altijd de eer zal krijgen. Dat kan zijn door mijn leven, maar dat kan ook zijn door mijn dood.

Filippenzen 1