10. Daarom wil ik je iets vragen voor iemand die door mij in de Heer is gaan geloven terwijl ik in de gevangenis zat. Hij is als een zoon voor me. Ik bedoel Onesimus [ (= 'nuttig') ].
11. Vroeger had hij voor jou weinig nut. Maar nu is hij voor jou én voor mij heel erg nuttig.
12. Nu stuur ik hem naar je terug, en het voelt alsof ik mijn eigen hart naar je toe stuur.