63. De leider [ Zerubbabel ] zei tegen hen dat ze daarom ook niet mochten eten van het allerheiligste deel van de offers dat voor de priesters was. Dat werd hun verboden totdat er weer een hogepriester zou zijn die met de Urim en Tummim de Heer om raad zou vragen.
64. In totaal zouden er 42.360 mannen teruggaan.
65. Verder nog 7337 slaven en slavinnen, en 200 zangers en zangeressen.
66. Ze namen 736 paarden, 245 muil-ezels,
67. 435 kamelen en 6720 ezels mee.