19. Tegenover de oostpoort was nog een poort, naar het binnenplein. De man meette de afstand tussen die twee poorten: 100 el [ (53 m) ].
20. Ook tegenover de poort aan de noordkant was een poort naar het binnenplein. Ook die afstand was 100 el. Toen meette hij de poort aan de noordkant van het buitenplein.
21. Ook deze poort had aan elke kant drie kamers. De kamers, de muren en de voorhal hadden dezelfde maten als in de eerste poort. De poort was 50 el [ (26,5 m) ] lang en 25 [ (13,25 m) ] el breed.