Ezechiël 28:9-14 BasisBijbel (BB)

9. Zult u uzelf nog steeds een god noemen als u oog in oog staat met hem die u zal doden? U zal in handen vallen van hem die u doodt, u, een sterveling en geen god.

10. U zal gedood worden door iemand van een ander volk. Ik zal doen wat ik heb gezegd, zegt de Heer."

11. De Heer zei tegen mij:

12. "Mensenzoon, zing dit treurlied over de koning van Tyrus:U was volmaakt.U was vol van wijsheid en volmaakt mooi.

13. U woonde in Eden, de tuin van God.U was helemaal bedekt met allerlei edelstenen:sardis, topaas, diamant,turkoois, sardonyx, jaspis,saffier, robijn, smaragd.Al die stenen waren met gouden zettingen op u vastgezet.Op de dag dat u gemaakt werd, werden ze voor u gemaakt.

14. Ik had u een taak gegeven: u was een beschermende engel.Ik had u een plaats gegeven op mijn heilige berg.U mocht tussen de vurige stenen komen.

Ezechiël 28