22. Maar Ik deed het niet, vanwege mijn eigen eer. Want Ik wilde dat de volken zouden zien dat Ik doe wat Ik heb beloofd. Want ze hadden gezien hoe Ik mijn volk uit Egypte had bevrijd.
23. Maar Ik zwoer de Israëlieten in de woestijn dat Ik hen uit elkaar zou jagen. Dat Ik hen zou verspreiden over andere volken in andere landen.
24. Dat was hun straf omdat ze zich niet aan mijn wetten en leefregels en aan mijn heilige rustdagen [ en mijn feesten ] hielden. Ze vertrouwden liever op die walgelijke afgoden van hun ouders.
25. En Ik liet hen hun gang gaan met wetten die niet goed waren, en met leefregels waardoor ze níet zouden leven.