24. Maar stel dat een goed mens verandert en oneerlijk wordt en alle vreselijke dingen doet die slechte mensen doen – zal hij dan blijven leven? Nee, Ik zal niet langer rekening houden met zijn goede daden. Omdat hij ontrouw aan Mij is geworden en omdat hij slechte dingen is gaan doen, zal hij sterven.
25. Toch zeggen jullie: 'De Heer is niet eerlijk. Hij doet het verkeerd!' Maar luister naar Mij, volk van Israël! Doe Ík het verkeerd? Is het niet juist zo, dat júllie verkeerd doen?
26. Als iemand niet langer leeft zoals Ik het wil, maar een slecht mens wordt, dan sterft hij vanwege de slechte dingen die hij gedaan heeft.
27. En als een slecht mens spijt krijgt en gaat leven zoals Ik het wil, dan zal hij in leven blijven.