Exodus 39:3-20 BasisBijbel (BB)

3. Hij sneed draden van heel dun geslagen platen goud. Die draden weefde hij mee met het blauw, paars en rood en het fijne linnen. Het werd een prachtig kunstwerk.

4. Ze maakten de schouderbanden waarmee het schort moest worden vastgemaakt. Die zaten vast aan de voorkant en de achterkant van het priesterschort.

5. De gordel die bedoeld was om het priesterschort om te binden, werd vastgemaakt aan het priesterschort en was op dezelfde manier gemaakt: van goud, blauw, paars en rood draad en fijn linnen – zoals de Heer het Mozes had bevolen.

6. Ze bewerkten de twee sardonyx-stenen en sneden er de namen van de zonen van Israël in.

7. Ze zetten de stenen met gouden zettingen vast op de schouderbanden van het priesterschort. Die stenen stellen Israël voor, zodat Israël weet dat God Israël niet zal vergeten – zoals de Heer het Mozes had bevolen.

8. Hij maakte de borsttas, een prachtig kunstwerk. Hij maakte die op dezelfde manier als het priesterschort: van goud, blauw, paars en rood draad en fijn linnen.

9. De borsttas was vierkant, van dubbele stof: 1 span [ (23 cm) ] lang en 1 span breed.

10. Ze vulden de voorkant op met vier rijen edelstenen. De eerste rij met sardis, topaas en karbonkel.

11. De tweede rij met smaragd, saffier en diamant.

12. De derde rij met hyacint, agaat en amethist.

13. De vierde rij met turkoois, sardonyx en jaspis. Alle stenen werden met gouden zettingen vastgezet.

14. Er waren twaalf stenen, omdat er ook twaalf stammen van Israël zijn. In elke steen werd de naam van één van de twaalf stammen uitgesneden.

15. Ze maakten op de borsttas gevlochten kettinkjes van zuiver goud.

16. Ze maakten twee gouden bevestigingsplaatjes en twee gouden ringen en zetten de twee ringen aan de twee uiteinden van de borsttas.

17. Ze maakten de twee gevlochten gouden kettinkjes vast aan de twee ringen aan de [ bovenste ] twee hoeken van de borsttas.

18. De andere kant van de twee gevlochten kettinkjes maakten ze vast aan de twee gouden bevestigingsplaatjes op de voorkant van de schouderbanden van het priesterschort.

19. Ze maakten twee gouden ringen en zetten ze aan de [ onderste ] twee hoeken van de borsttas, op de binnenrand, aan de kant van het priesterschort.

20. Ook maakten ze twee gouden ringen en zetten die vast op de twee schouderbanden van het priesterschort, onderaan de schouderbanden, aan de voorkant, dicht bij de plaats waar de schouderbanden aan het schort vastzitten. Dus vlak boven de gordel van het priesterschort.

Exodus 39