34. Telkens om en om een gouden belletje en een granaatappeltje, helemaal rondom langs de onderrand van het bovenkleed.
35. Aäron moet dit bovenkleed aan hebben als hij dienst doet. Het geluid van de belletjes moet te horen zijn als hij het heiligdom binnengaat en als hij naar buiten gaat. Anders zal hij sterven.
36. Maak een plaat van zuiver goud en snijd daarin de tekst: 'Heilig voor de Heer.'
37. Maak die plaat met een blauw koordje vast op de voorkant van de tulband.