Exodus 21:29-33 BasisBijbel (BB)

29. Maar stel dat die stier al eens eerder iemand met zijn horens heeft gestoten en de eigenaar was al gewaarschuwd, maar hij heeft dat dier niet bewaakt. Als het dier dán iemand doodt, moeten het dier én de eigenaar met stenen doodgegooid worden.

30. Maar als hij [ van de rechters ] een losgeld mag betalen, dan moet hij het volle bedrag betalen als losgeld voor zijn leven.

31. Als het dier iemands zoon of dochter doodt, gelden dezelfde regels.

32. Maar als het dier iemands slaaf of slavin doodt, moet hij 30 sikkels zilver [ (330 gram, de prijs van een slaaf) ] aan de heer van de slaaf of slavin betalen. En het dier moet met stenen doodgegooid worden.

33. Stel dat iemand een put opent of een put graaft en de opening niet afdekt en er valt een koe of een ezel in.

Exodus 21