17. De Israëlieten deden dat en verzamelden de korreltjes. De één verzamelde meer en de ander minder.
18. Ze maten het in een gomer af. Mensen die meer verzameld hadden, hielden niet over. En mensen die minder hadden verzameld, kwamen niet tekort. Iedereen had precies zoveel verzameld als hij kon opeten.
19. Mozes zei tegen hen: "Jullie mogen er niets van bewaren voor de volgende dag."
20. Maar sommige mensen luisterden niet naar Mozes. Zij bewaarden toch een deel voor de volgende dag. Toen was het bedorven. Er zaten wormen in en het stonk. En Mozes werd boos op hen.