Exodus 14:25-28 BasisBijbel (BB)

25. Hij liet de wielen van de wagens wegglijden in de modder. Daardoor kwamen ze maar met moeite vooruit. Toen zeiden de Egyptenaren: "Vlucht! Want de Heer strijdt aan de kant van de Israëlieten! Hij strijdt tegen ons!"

26. Toen zei de Heer tegen Mozes: "Strek je hand uit over de zee. Dan zal het water terugstromen over de Egyptenaren, hun wagens en hun ruiters."

27. Mozes strekte zijn hand uit over de zee. En zo stroomde toen het ochtend begon te worden, de zee terug over de drooggevallen bodem. In hun verwarring vluchtten de Egyptenaren het water tegemoet. Zo joeg de Heer de Egyptenaren de zee in.

28. Het water stroomde terug en bedekte de wagens en ruiters. Het bedekte het hele leger van de Farao dat hen achterna gegaan was. Niet één van hen bleef over.

Exodus 14