42. De mensen moeten altijd blijven denken aan wat de Heer die nacht voor hen heeft gedaan. Daarom moeten de Israëlieten elk jaar deze nacht vieren.
43. De Heer zei tegen Mozes en Aäron: "Wanneer jullie het Paasfeest vieren, moeten jullie je aan de volgende regels houden:Geen één vreemdeling mag van het paaslam eten.
44. Slaven die door iemand zijn gekocht, mogen er alleen van eten als ze besneden zijn.
45. Vreemdelingen en knechten [ uit een ander land ] mogen er niet van eten.
46. Jullie moeten het paaslam in huis opeten. Jullie mogen er niets van mee naar buiten nemen, het huis uit.Jullie mogen geen één bot van het paaslam breken.
47. Het hele volk van Israël moet dit feest vieren.