4. Want we zijn verkocht en we zullen worden vermoord. Mijn volk zal totaal vernietigd worden. Als we als slaven verkocht zouden worden, zou ik niets hebben gezegd. Maar ook dát zou een enorme schade voor de koning zijn geweest, een schade die met geen geldbedrag te vergoeden is."
5. Toen zei koning Ahasveros: "Wie heeft zoiets durven bedenken? En waar is hij?"
6. Ester antwoordde: "Die onderdrukker, die vijand, is Haman, die schurk daar." Haman schrok hevig.
7. De koning liep woedend weg, de tuin van het paleis in. Maar Haman bleef bij de koningin staan om haar te smeken zijn leven te redden. Want hij begreep wel dat de koning vastbesloten was hem hiervoor te laten doden.