10. Zij leren het volk van Israël uw wetten en leefregels. Ze brengen U wierook-offers en brand-offers.
11. Heer, wees goed voor hen en geniet van alles wat ze voor U doen. Verpletter hun vijanden, zodat ze nooit meer opstaan."
12. Van [ de stam van ] Benjamin zei hij:"Hij is de vriend van de Heer. Hij zal veilig bij Hem wonen. God beschermt hem altijd en woont bij hem tussen zijn berghellingen."
13. Van [ de stam van ] Jozef zei hij:"Heer, zegen het land van Jozef met dauw van de hemel en met water onder de aarde.