25. In de straten worden ze gedood door het zwaard.Thuis worden ze gedood door ziekte.Iedereen sterft: jonge mannen en meisjes,kleine kinderen en oude mensen.
26. Eigenlijk zou Ik hen van de aardbodem moeten wegblazen.Ervoor zorgen dat niemand nog weet dat ze hebben bestaan.
27. Maar dat zouden mijn vijanden verkeerd begrijpen.Ze zouden het verdraaien en zeggen:"Kijk eens wat een geweldige dingen wij hebben gedaan!Want wíj hebben dat gedaan, niet de Heer!"
28. Want hun vijanden begrijpen er niets van.Ze maken wel plannen, maar ze begrijpen nooit iets.