9. Dan zal de Heer God jullie weer in overvloed zegenen bij alles wat jullie doen. Hij zal jullie kinderen, de jonge dieren van jullie vee en de oogsten van het land zegenen. Want de Heer zal weer bij jullie terugkomen. Hij zal weer blij met jullie zijn en goed voor jullie zijn, zoals Hij blij was met jullie voorvaders [ Abraham, Izaäk en Jakob ].
10. Maar dan moeten jullie wel weer naar Hem luisteren. Jullie moeten gehoorzamen aan zijn wetten en leefregels die in dit wetboek staan. Jullie moeten naar Hem teruggaan en Hem met je hele hart en je hele ziel willen gehoorzamen.
11. Het bevel dat ik jullie vandaag geef, is niet te moeilijk. En het is niet onhaalbaar.
12. Het is niet iets wat ver weg in de hemel is. Jullie hoeven dus niet te zeggen: 'Wie zal omhoog gaan naar de hemel om het voor ons te halen en het ons te vertellen? Want dan kunnen we het pas doen.'