13. Jullie Heer God zal jullie de overwinning geven. Dood dan alle mannen van de stad.
14. De vrouwen, de kinderen, het vee en alle spullen mogen jullie als buit meenemen. Jullie mogen de hele buit voor jezelf houden.
15. Dit moeten jullie doen met alle steden die buiten Kanaän liggen. Dus niet met de steden van de volken die nu hier in het land wonen.
16. Van de steden van de volken die ín Kanaän wonen en die de Heer God aan jullie gaat geven, mogen jullie niemand in leven laten.
17. Jullie moeten alle Hetieten, Amorieten, Kanaänieten, Perezieten, Hevieten en Jebusieten doden, zoals de Heer jullie heeft bevolen.