Deuteronomium 13:8-13 BasisBijbel (BB)

8. Doe dan niet wat hij zegt. Luister niet naar hem. Je mag niet doen alsof het niet erg is wat hij zegt. Nee, je mag hem zelfs niet in leven laten. Je mag hem niet verbergen.

9. Je moet hem met stenen doodgooien. Jij moet als eerste een steen naar hem gooien, en daarna de anderen.

10. Hij moet gedood worden omdat hij heeft geprobeerd om je weg te trekken van de Heer God, die jullie uit de slavernij in Egypte heeft bevrijd.

11. Als de andere Israëlieten ervan horen, zullen ze diep ontzag hebben en niemand zal nog een keer zoiets durven doen.

12. Stel dat je over één van de steden die de Heer jullie gaat geven, hoort zeggen:

13. 'Slechte mensen van je eigen volk hebben in die stad de bewoners weggetrokken van God. Ze hebben hen opgestookt om andere goden te gaan aanbidden.'

Deuteronomium 13