6. Daarom liet ik alle wijze mannen van Babel bij mij komen om mij de droom uit te leggen.
7. Ze kwamen allemaal: de geleerden, de tovenaars en de waarzeggers. Ik vertelde hun mijn droom, maar ze konden me niet vertellen wat hij betekende.
8. Tenslotte kwam Daniël bij mij (ik had hem naar mijn god vernoemd en de naam Beltsazar gegeven. In hem woont de geest van de heilige goden). Ik vertelde hem mijn droom.
9. Ik zei: "Beltsazar, jij bent het hoofd van de wijze mannen, want ik weet dat in jou de geest van de heilige goden woont. Jij kan elk raadsel oplossen. Vertel mij dus de betekenis van de droom die ik heb gehad.