Daniël 2:36-44 BasisBijbel (BB)

36. [ Daniël zei: ] "Dit is de droom. Nu zal ik u vertellen wat hij betekent.

37. Mijn heer de koning, u bent een zeer machtig koning. Want de God van de hemel heeft u het koningschap gegeven en u machtig, sterk en beroemd gemaakt.

38. U heerst over alle mensen, waar zij ook wonen, en over alle wilde dieren en de vogels. U bent dat gouden hoofd.

39. Maar na u zal er een ander koninkrijk ontstaan, dat minder glorieus is dan dat van u. Daarna komt er nóg een rijk, een derde koninkrijk. Dat is het koninkrijk van koper. Het zal over de hele wereld heersen.

40. Het vierde en laatste koninkrijk zal zo hard zijn als ijzer. IJzer kan alles verbrijzelen en verpletteren. Net als ijzer zal dit koninkrijk verbrijzelen en verpletteren.

41. U zag de onderbenen met de tenen die voor een deel van klei en voor een deel van ijzer waren. Dat betekent dat dit laatste koninkrijk verdeeld zal zijn. Maar het zal zo sterk zijn als ijzer. Want u zag dat de benen en voeten van ijzer waren, vermengd met klei.

42. De tenen waren voor een deel van ijzer en voor een deel van klei. De delen van dat koninkrijk zullen voor een deel zo hard zijn als ijzer, maar ook zo zwak zijn als klei.

43. U zag dus dat ijzer vermengd was met klei. Het is een mengsel. Dat betekent dat de afstammelingen [ van het volk ] zich niet blijvend zullen mengen [ met het andere volk ]. Het mengsel kan niet echt één geheel worden. Net zoals ijzer niet één geheel wordt met klei.

44. Maar in de tijd dat die koningen er zijn, zal de God van de hemel een koninkrijk stichten dat nooit vernietigd zal worden. Het zal nooit door een ander koninkrijk overwonnen worden. Het zal al die koninkrijken verpletteren en er een einde aan maken. Maar zelf zal dat koninkrijk voor eeuwig blijven bestaan.

Daniël 2