Daniël 2:29-33 BasisBijbel (BB)

29. Mijn heer de koning, u lag in uw bed na te denken over de toekomst. Toen gaf God u een droom. De toekomst is verborgen voor de mensen. Maar God heeft u laten weten wat er in de toekomst gaat gebeuren.

30. Ook aan mij heeft God die verborgen dingen verteld. Ik weet het niet omdat ik wijzer zou zijn dan elk ander mens, maar omdat God het mij heeft verteld. Hij wil dat u weet wat u gedroomd heeft en wat die droom betekent.

31. Mijn heer de koning, u zag plotseling in uw droom een enorm groot beeld. Het was heel hoog en zag er schitterend uit. Het stond vlak vóór u en zag er heel indrukwekkend uit.

32. Het hoofd van het beeld was van zuiver goud, zijn borst en armen waren van zilver, zijn buik en zijden waren van koper,

33. zijn heupen en bovenbenen waren van ijzer en zijn onderbenen en voeten van een mengsel van ijzer en klei.

Daniël 2