12. Hij zei: "Je hoeft niet bang te zijn, Daniël. Vanaf de dag dat je probeerde alles te begrijpen en dat je tot God hebt gebeden, heeft Hij je woorden gehoord. Na jouw gebed ging Ik onmiddellijk naar je op weg.
13. Maar de heerser van Perzië hield Mij 21 dagen tegen. Toen kwam Michaël, één van de belangrijkste engelen, naar Mij toe. Hij kwam Mij helpen omdat Ik werd tegengehouden door de heersers van Perzië.
14. Nu ben Ik naar je toe gekomen om je te vertellen wat er in de verre toekomst met je volk zal gebeuren. Want het zal over de verre toekomst gaan."
15. Terwijl Hij met mij sprak, knielde ik neer, met mijn gezicht tot op de grond. Ik kon niet meer spreken.
16. Hij die er uitzag als een mens raakte mijn mond aan. Toen kon ik weer spreken. Ik zei tegen Hem die vóór mij stond: "Wat ik heb gezien doet mij veel pijn en verdriet, Heer. Ik voel me er ziek van.
17. Hoe kan ik met U spreken, Heer? Ik heb nu helemaal geen kracht meer. Ik kan zelfs nauwelijks nog ademhalen."