15. Toen liet Isboset haar weghalen bij haar man Paltiël, de zoon van Laïs.
16. Haar man liep huilend met haar mee tot ze bij Bahurim kwamen. Daar zei Abner tegen hem: "Ga weg, ga naar huis." Toen ging hij terug.
17. Abner overlegde met de leiders van Israël en zei: "Jullie willen al heel lang dat David jullie koning wordt.
18. Dit is het moment daarvoor. Want de Heer heeft van David gezegd: 'Door mijn dienaar David zal Ik mijn volk Israël bevrijden van de Filistijnen en van al zijn vijanden.' "
19. Ook sprak Abner met de leiders van de stam van Benjamin. Daarna ging hij David in Hebron zelf vertellen wat Israël en de stam van Benjamin hadden besloten.
20. Hij nam 20 mannen mee naar Hebron. David maakte een feestmaaltijd voor hen klaar.
21. Abner zei tegen David: "Ik zal ervoor zorgen dat heel Israël een verbond met u zal sluiten, mijn heer de koning. Dan zult u koning worden over het hele land, zoals u graag wil." Toen liet David Abner weer in vrede vertrekken.