2 Samuel 23:13-18 BasisBijbel (BB)

13. Op een keer was het drie van de 30 helden gelukt om David te bereiken toen hij [ met zijn mannen ] bij de grot van Adullam was. Om hem te bereiken moesten ze zich een weg banen dwars door het leger van de Filistijnen heen. Het was in de oogsttijd, en er was oorlog met de Filistijnen. In het Rafaïm-dal had een groot leger Filistijnen hun kamp opgezet.

14. David had zich verschanst in de grot in de bergen. Een afdeling Filistijnen bewaakte Betlehem.

15. David had dorst. Hij zei dat hij erg graag water zou willen drinken uit de waterput bij de poort van Betlehem.

16. Toen vochten de drie helden zich een weg dwars door het leger van de Filistijnen heen. Ze schepten water uit de put bij de poort van Betlehem en brachten het naar David. Maar David wilde het niet drinken.

17. Hij goot het voor de Heer uit op de grond en zei: "Heer, hoe kan ik water drinken dat deze mannen met gevaar voor eigen leven hebben gehaald!" En hij wilde het niet drinken. Deze dingen hebben die drie helden gedaan.

18. Abisaï, de broer van Joab, de zoon van [ Davids zus ] Zeruja, was de leider van de drie. Hij had ooit met zijn speer 300 mannen in één keer verslagen.

2 Samuel 23